"Voedingsbedrijven voegen additieven aan hun producten toe omwille van een specifieke functie", communiceert de federatie van de Belgische voedingsindustrie FEVIA. “Uitspraken tegen ‘ultrabewerkte’ voeding zijn vaak wetenschappelijk ongegrond.”
Volgens de Europese additievenverordening zijn additieven elke stof, met of zonder voedingswaarde, die op zichzelf gewoonlijk niet als voedsel wordt geconsumeerd en gewoonlijk niet als kenmerkend voedselingrediënt wordt gebruikt. Ze worden voor technologische doeleinden bewust toegevoegd bij het vervaardigen, verwerken, bereiden, behandelen, verpakken, vervoeren of opslaan van levensmiddelen, met als gevolg, of redelijkerwijs te verwachten gevolg, dat de stof zelf – of bijproducten ervan – direct of indirect een bestanddeel van die levensmiddelen wordt. Technische hulpstoffen, zoals aroma’s, vitaminen en andere voedingsstoffen zijn geen additieven. Deze hebben een eigen regelgeving.

EFSA
Elk additief dat in voedingsproducten gebruikt wordt, is geëvalueerd door de European Food Safety Authority (EFSA). De veiligheid in voedingsmiddelen wordt gegarandeerd en het toevoegen ervan draagt bij aan een specifieke nood. “Ultrabewerkt voedsel is het onderwerp van heel wat gezondheidsonderzoek, maar over heel wat zaken is nog geen wetenschappelijke consensus”, zegt Ann Nachtergaele, Food production & consumption policy Director bij FEVIA.
Bewerken
Bijna alle voedingsgrondstoffen moeten bewerkt worden om eetbaar en smakelijk te zijn (zoals granen), om de voedselveiligheid te garanderen (zoals pasteurisatie) of het hele jaar door verkrijgbaar te zijn (zoals ingeblikte, gedroogde en ingevroren producten). Bewerkingsmethodes die op voedingsmiddelen worden toegepast, zijn bijvoorbeeld snijden, pasteuriseren, invriezen, fermenteren, koken, bakken en verpakken. Al deze bewerkingen gebeuren niet alleen in voedingsbedrijven, maar ook in de horeca, de foodservice en in de keuken thuis.

Voedingsaanbevelingen
De Hoge Gezondheidsraad in België geeft in haar voedingsaanbevelingen voor de Belgische bevolking, de Food Based Dietary Guidelines (FBDG), duidelijk aan dat “er op dit ogenblik geen eensgezindheid is over de classificatie van voedingsmiddelen naargelang de mate van bewerking.”

NOVA
De NOVA-classificatie is volgens FEVIA niet wetenschappelijk gevalideerd en er bestaat noch op Belgisch niveau, noch op Europees of internationaal niveau een algemeen erkende definitie van ‘ultrabewerkte voedingsmiddelen’. Sinds de ontwikkeling van de NOVA-classificatie, een Braziliaans initiatief, in 2009 duikt de terminologie rond ‘ultrabewerkte’ voeding overal op. Deze deelt voedingsmiddelen in 4 categorieën in op basis van hun bewerkingsgraad. NOVA hanteert 4 categorieën, die gaan van onbewerkte of minimaal bewerkte voeding tot ‘ultrabewerkte voeding’. De classificatie houdt daarbij geen rekening met de nutritionele kwaliteit van het voedsel.
De voedings- en procesindustrie evolueert snel en digitalisering speelt daarin een sleutelrol. Het gaat niet alleen om technologie, maar om het creëren van slimme, verbonden processen die bedrijven helpen om efficiënter, veiliger en duurzamer te werken. Toch brengt deze digitale transformatie ook uitdagingen met zich mee, zoals het opzetten van...
Steeds meer consumenten zijn op zoek naar manieren om hun gezondheid en welzijn te behouden. Volgens Innova Market Insights vormt de toenemende focus op gezondheid een belangrijke megatrend die wereldwijd de voorkeuren van consumenten beïnvloedt. Volgens het rapport ‘Innova's Top Health & Nutrition Trends for 2026-Globally’ hebben zorgsystemen...
Het nieuwe voedingsmiddelenbewakingssysteem Nutrivigilantie van de FOD Volksgezondheid rapporteerde in 2024 voor het eerst 167 meldingen, waarvan er 130 zijn afgehandeld. Van deze meldingen was 84% afkomstig van producenten en distributeurs; de overige meldingen kwamen van burgers, overheidsinstanties en zorgverleners.
“Met het programma ‘Animal-free milk proteins’ willen we binnen een consortium niet alleen een doorbraak bereiken in de wetenschap, maar ook bijdragen aan de maatschappij door een duurzaam alternatief voor melkeiwitten te ontwikkelen”, stelt professor Kasper Hettinga van Wageningen Universiteit en Research (WUR).